Moeder Julia en onze geestelijke familie mochten Gods goedheid en leiding vaak ervaren. In de psalmen lezen we: “Wat Hijzelf beraamt, gebeurt altijd, wat zijn hart bedenkt, geldt voor elke generatie.” (Ps 33,11). Hier willen we enkele gebeurtenissen weergeven uit Gods geschiedenis met onze stichteres en onze gemeenschap.
Julia werd op 11 november 1910 in Geluwe (bisdom Brugge, België) als achtste van elf kinderen geboren. Van 1914-1918 woedde er de Eerste Wereldoorlog. In 1917 moest de familie Geluwe verlaten. Ze keert er 1920 weer terug. Van zodra ze veertien is, werkt Julia in verschillende families in België en Frankrijk.
Bij het luisteren naar Gods Woord tijdens de H. Mis wordt Julia door de persoon en de woorden van Paulus diep getroffen.
De film “De koning der koningen” over het leven van Jezus laat diepe sporen na in de ziel van Julia. In hetzelfde jaar begint na een val van een trap een periode van lijden. Later herinnert zich Julia aan de vertolking van het lijden van Jezus in de film en zegt:
Op het hoogfeest van het Hart van Jezus ontvangt Julia door een genadevol licht een diepe ervaring met de met doornen gekroonde Heer. Ze beantwoordt deze uitnodiging van Christus vol overtuiging met een “ja”.
Kapelaan Cyrill Hillewaere, de biechtvader van Julia, herkent in haar Gods handelen. Op 18 januari volgt hij zelf de uitnodiging, zich ten dienste van “Het Werk” te stellen. Deze dag is de stichtingsdag van “Het Werk”.
Op 16 juli, het feest van Onze Lieve Vrouw van de berg Karmel, verlaat Julia onder de bescherming van Maria haar ouderlijk huis, om in innerlijke vrijheid Gods roep nog beter te kunnen volgen.
In St. Niklaas en kort daarop in Brussel, ontstaat het gemeenschappelijk leven van de eerste zusters met Moeder Julia. 1950 neemt de jonge gemeenschap een leegstaand klooster in Villers-Notre-Dame (bisdom Doornik) over. Kort daarop ontstaan enkele andere centra in België.
De gemeenschap krijgt een eerste kerkelijke erkenning als “Pia unio” door bisschop Charles-Marie Himmer, bisschop van de diocese Doornik (België).
In Innsbruck (Oostenrijk) ontstaat het eerste centrum van “Het Werk” buiten België. Vreugde en hoop, maar ook tegenslag en moeilijkheden begeleiden de verdere uitbreiding in andere landen.
Moeder Julia geeft de leiding in de handen van een jongere zuster. Nieuwe vormen van verbondenheid met de gemeenschap ontwikkelen zich: diocesane priesters, families, weduwen en alleenstaanden sluiten zich aan bij “Het Werk”.
Bisschop Bruno Wechner richt in de diocese Feldkirch (Oostenrijk) de priestergemeenschap van “Het Werk” op. Twee jaar nadien begint in Rome een eigen priesteropleiding van “Het Werk”.
Op 29 augustus loopt de pelgrimstocht van Moeder Julia hier op aarde ten einde. In de kerk van het klooster Thalbach in Bregenz vindt ze haar laatste rustplaats.
“Het Werk” ontvangt op 11 juni 1999 in het bisdom Rome de kerkelijke erkenning als een nieuwe vorm van gewijd leven. In het document “Vita Consecrata” (1996) lezen we:
Wie meer over Moeder Julia en het ontstaan van de geestelijke Familie "Het Werk" wil weten, raden we het boek "Zij beminde de Kerk" aan.
“Het Werk” ontvangt de pauselijke erkenning als “Familie van gewijd leven”. Paus Johannes Paulus II richt een boodschap aan “Het Werk”. Kardinaal Joseph Ratzinger viert een dankmis in de basiliek van St. Pieter in Rome en houdt de preek.