Cover
»«
Gepubliceerd op
15.07.2020
Auteur
FSO - Internationaal

16 Juli 1941 in het leven van Moeder Julia

Onder de bescherming van de Karmelmoeder begon de pelgrimsweg van Moeder Julia Verhaeghe, stichteres van de Geestelijke Familie Het Werk

Reeds geruime tijd overwoog Moeder Julia om het ouderlijk huis te verlaten omwille van het charisma. In 1938 besprak we dit met haar geestelijk begeleider, vader Cyrill Hillewaere. Op zijn advies bleef ze echter nog drie jaar thuis. Het uur van God om het haar thuis te verrlaten leek nog niet te zijn gekomen. Gehoorzaamheid aan haar geestelijk begeleider gaf haar de zekerheid dat ze op de goede weg was: 'Voor mij betekent gehoorzaamheid handelen en leven in gezekerde vrijheid.'

In juli 1941 kwam ze tot de innerlijke zekerheid dat ze weg moest gaan van thuis, net zoals Abraham zijn huis had achtergelaten op vraag van God. Ze vroeg toestemming aan vader Hillewaere. Hij maakte haar bewust van het risico dat ze nam, maar antwoordde: 'Doe wat God in je hart heeft gelegd!' en zegende haar. Hij kende haar sterke geloof en haar nuchtere kijk op de werkelijkheid. Ze wist al lang dat de situatie thuis niet langer de mogelijkheden bood die nodig waren voor de ontwikkeling van het charisma. Ze had geen menselijke zekerheid met het oog op de toekomst, en het viel haar niet gemakkelijk om afscheid te nemen van haar zieke zus, met wie ze openlijk kon spreken over het 'Werk' en de zorgen van de Kerk: 'Madeleine, mijn geliefde zus, was ernstig ziek; een diepe zilesverwantschap verbond ons.' Madeleine zou graag samen met moeder Julia van huis zijn weggegaan. Maar ze kon er niet aan denken vanwege haar ziekte.

De oorlog kon Julia er niet van weerhouden de oproep van de Heer te beantwoorden: "'Vergeet uw volk en het huis van uw vader!" (Ps 45,11) - "Volg mij!" (Jo 1,43). 'De dorst naar zielen van Jezus drong diep in mij door en was bereidheid om te offeren. Overal klonk het lied in mijn ziel: "Nader mijn God bij U".' Op 16 juli 1941, midden in de oorlog, verliet ze het huis van haar ouders en zusters, die nog thuis woonden, met een slechte gezondheid, geen geleerd beroep, geen werk en geen menselijke veiligheid. Ze wist dat ze werd geleid door Maria, de moeder van Karmel, wiens gedachtenis die dag werd gevierd. Later schreef ze erover: 'Met vertrouwen legde ik mijn hand in de hand van de Karmelmoeder. Ze hield me stevig vast en hielp me om midden in de oorlog Gods heilige wil te vervullen. ‘Magnificat anima mea Dominum!’ - ‘Mijn ziel prijst de hoog de Heer!’ Maria was mijn enige zekerheid voor het heden en voor de toekomst die alleen God kende. Het leek me dat zij, onze moeder, de verantwoordelijkheid voor mijn leven nam en me elke dagverder leidde.'

»Bovenal leerde Maria me om het ware vertrouwen te begrijpen en te beleven.«
Moeder Julia Verhaeghe

Uit liefde gehoorzaamde Moeder Julia de roep van de Heer en begon aan een pelgrimstocht van geloof. Ze wist dat ze werd gesteund door de genade van God, waardoor ze meewerkte aan een vrije, edelmoedige beslissing: 'Genade werkt niet automatisch, het dringt zichzelf niet op. Voor Gods Kerk en mensen is het een geschenk van zijn onuitputtelijke genade en onbeperkte goedheid voor de redding en genezing van velen. Genade is omhuld en gevuld met de wet van goddelijke liefde. Daarom is het veeleisend van aard. Dus ik was in staat om te leren kennen, zien, ervaren en leven in een geloof dat verenigde wat verdeeld was, dat genas wat gewond en ziek was, wat onvruchtbaar maakte.'

Moeder Julia voelde dat ze met dit 'ja' tegen Gods roep ook het 'ja' kon verdienen van haar toekomstige zusters en broerders. Haar toewijding zou in veel mensenlevens worden weerspiegeld. Terugkijkend op die dag schreef ze vele jaren later aan de leden van Het Werk: 'Het lag in de wil van God en in zijn eeuwige beslissing dat in het ene ja dat ik Hem gaf, toen ik mijn pelgrimstocht begon onder bescherming van Karmelmoeder, uw aller 'ja' was inbegrepen en geborgen. Vergeet dit nooit, want ook uw ja bevat de oproep tot dezelfde pelgrimstocht die ge door deze tijd heen moet gaan, door dit nu, dat het verhaal van uw leven is.'
Terwijl de Tweede Wereldoorlog woedde en het nog niet mogelijk was te voorspellen hoe het charisma een concrete uiterlijke vorm kon aannemen, werd het haar ziel steeds duidelijker. Daarom bekende ze in november 1941: 'Het komt mij voor dat de goede God mij steeds meer kracht geeft voor wat Het Werk betreft'. Gods woord dat ik in de stilte van mijn hart hoorde, wordt vervuld. '

Heer, Gij leert mij de weg van het leven kennen. Ps 16,11

Voor Julia bleef 16 juli altijd een dag van dankbaarheid over de wonderbaarlijke wegen van de goddelijke voorzienigheid. Toen deze dag vele jaren later weer naderde, schreef ze: „Ter voorbereiding op de gezegende herdenkingsdag, toen de Karmelmoeder me vol vertrouwen bij de hand nam om me op het pad van het 'werk' van Jezus te leiden, stroomt mijn hart over van dankbaarheid, vrede en diepe vreugde. In die tijd gaf ik me, als een kind aan zijn moeder, aan haar over en vertrouwde haar het toekomstige pad toe dat mij nog onbekend was. Bovenal leerde ze me om het ware vertrouwen te begrijpen en te leven. Dit ware vertrouwen is naar mijn mening de moed om trouw te zijn in alle beproevingen. Het is als de trouw van de bruid die gelooft in de trouw van haar bruidegom. '

Verkort overgenomen uit het boek:
Ze beminde de Kerk. Moeder Julia en het begin van de Geestelijke Familie het Werk, in eigen beheer, Bregenz 2005.