Cover
»«
Gepubliceerd op
22.01.2021

Dienaar van God, Prof. Dr. Anton Strle

Korte levensbeschrijving van de Dienaar van God, Prof. Dr. Anton Strle (1915-2003), verbonden met de Geestelijke Familie Het Werk in het Heilig Verbond

De Dienaar van God Anton Strle werd geboren op het feest van de H. Agnes, 21 januari 1915, in een eenvoudig boerengezin. Het was de tijd van de Eerste Wereldoorlog. De ouders hadden God reeds op hun trouwdag gevraagd dat een van hun kinderen zich aan Hem zou wijden. Er waren acht kinderen, van wie er drie al als kind gestorven waren. Anton was de zesde in de rij. Zoals in die tijd gebruikelijk was, werd in het gezin elke avond de rozenkrans gebeden. Zijn vader stierf toen hij vijf jaar oud was, zijn moeder toen hij zeventien was. De moeder was nooit naar school geweest, maar als het moest kon ze een beetje lezen. De vader had een betere opleiding. Hoewel zijn vader zo jong stierf, herinnerde hij zich zijn woorden: "Jongen, denk met je hoofd!" Van zijn moeder erfde hij vroomheid en ijver.

Hij beleefde een beslissende gebeurtenis in zijn leven toen hij tien jaar oud was. In de weide, waar hij van jongs af aan de dieren hoedde, kwam de gedachte bij hem op, hoe mooi het zou zijn als God niet bestond. Dan zou er geen zonde zijn en zou hij vrij zijn om te doen wat hij wilde. - Een tijdlang genoot hij van deze gedachte, maar toen werd het hem duidelijk dat hij met deze gedachten gezondigd had. Daarom kon hij enkele dagen niet slapen. Hij bad onophoudelijk het gebed van verzoening en leed er veel onder. Maar na een paar dagen kalmeerde hij en in het diepst van zijn hart vervulde de nabijheid van God hem. Hij zegt zelf dat er na deze gebeurtenis niets bijzonders in zijn leven veranderde. Na deze gebeurtenis begon hij als kind de H. Mis te "vieren" in de wei en de andere herderskinderen moesten hem dienen.

Toen hij een jaar of tien was, begon hij naar school te gaan, op een uur lopen afstand, naast de parochiekerk. Vanwege het hoeden van de dieren, slecht weer, in de winter vanwege de sneeuw, ging hij, net als andere kinderen, hele weken niet naar school. De pastoor, die tevens de catechist was, en ook de onderwijzer merkte zijn bijzondere talent. De pastoor merkte dat hij een geestelijke roeping in zich droeg, sprak met zijn moeder en Anton en stelde voor dat hij naar de diocesane middelbare school in Ljubljana zou gaan. Hij nam dit aanbod graag aan, maar omdat hij al te oud was (de maximumgrens voor inschrijving was 14 jaar), moest hij eerst twee jaar examen afleggen in de hoofdvakken. Na een voorbereiding van een jaar slaagde hij hierin en zo kon hij toetreden tot het 3e niveau van het gymnasium. In alle jaren, behalve het jaar van de dood van zijn moeder, blonk hij uit. Hij had een speciale gave voor talen. In het zesde jaar van het gymnasium sloot hij zich aan bij de Katholieke Actie.

»Een tijdlang genoot hij van deze gedachte, maar toen werd het hem duidelijk dat hij met deze gedachten gezondigd had.«

Nadat hij de middelbare school cum laude had doorlopen, ging hij in 1936 naar het seminarie van Ljubljana en begon hij theologie te studeren aan de theologische faculteit van Ljubljana. Op 29 juni 1941 werd hij tot priester gewijd. In het laatste jaar voor zijn priesterwijding was hij werkzaam als studieprefect in een instelling voor jonge studenten en middelbare scholieren. Tussendoor ging hij nog naar hoorcolleges. Na zijn priesterwijding wilde hij gaan werken in Istro (Kroatië), waar een tekort aan priesters was, maar zijn oversten wilden dat hij een doctoraat in de dogmatiek zou halen. Met volle overgave ging hij aan de slag en op 23 maart 1944 werd hij Doctor in de Theologie. Tegelijkertijd schreef hij het Curriculum Vitae van de martelaar Alojzi Grozde, een middelbare scholier die op 1 januari 1943 door de communisten werd gemarteld en vermoord. Op basis van dit Curriculum Vitae werd Lojze Grozde op 13 juni 2010 zalig verklaard. Na zijn doctoraat was Strle enige tijd studieprefect voor middelbare scholieren en vervolgens gedurende ruim zes maanden godsdienstleraar voor alle klassen van de middelbare school in Novo mesto (van november 1944 tot mei 1945).

Op het einde van de Tweede Wereldoorlog vluchtte hij met twee Franciscanen voor de partizanen naar Oostenrijk. Maar ze werden opgepakt en 70 dagen gevangen gezet. Dat was een zeer zware gevangenisstraf, want de gevangenen kregen de hele tijd bijna geen eten. Na de gevangenschap kon hij twee jaar als priester werken. In die tijd was hij onder meer kapelaan in de kathedraal van Ljubljana en griffier bij de kerkelijke rechtbank. Op het feest van Sint-Anna in 1947 werd hij opnieuw betrapt en veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf. De belangrijkste reden - hoewel niet vermeld in de aanklacht - was de levensbeschrijving van de martelaar Lojze Grozde. Na zijn gevangenschap mocht hij niet meer werken in Ljubljana. De politieke overheid stelde hem in staat zich te ontfermen over de parochie van Planina bij Rakek, ongeveer 40 km van Ljubljana, die geestelijk zeer vervallen was. Met heel zijn hart werkte hij aan de geestelijke vernieuwing van de parochie die aan hem was toevertrouwd. Tegelijkertijd studeerde hij ijverig en schreef verschillende traktaten.

Door bemiddeling van bisschop Anton Vovk kon Strle in 1956 dogmatiek gaan doceren aan de Theologische Faculteit in Ljubljana, ondanks hevige tegenstand van de politieke gezagsdragers van die tijd. Begin 1959 kon hij eindelijk naar Ljubljana verhuizen, en vanaf dat moment wijdde hij zich door de week voornamelijk aan de studenten van de Theologische Faculteit. In de weekends hielp hij enkele jaren in de pastorale zorg in verschillende parochies. Sinds 1965 droeg hij elke dag de H. Mis op en hoorde hij de biecht in de Ursulinenkerk. Zelfs één dag voor zijn dood droeg hij er de H. Mis op, hoewel hij lichamelijk uitgeput was.

In Slovenië is hij bekend als een veel gevraagde en gewaardeerde biechtvader en als een Professor in de Theologie die werd beschouwd als een steunpilaar van de orthodoxie. Zijn begrafenis, bijgewoond door alle Sloveense bisschoppen en 200 priesters, was verheven en onvergetelijk.

Hij maakte kennis met de Geestelijke Familie Het Werk in 1975, toen hij  als lid van de Internationale Theologencommissie, samen met Prof. J. Ratzinger in Rome, ons centrum Piccola Casa bezocht. Hij sloot het Heilig Verbond op 14 November 1983. Elke dag bad hij de rozenkrans, opdat Het Werk zich in Slovenië zou verspreiden, vooral onder de priesters, de gezinnen en de jeugd. Hij vermeldde vaak dat voor hem de spiritualiteit en het charisma van de Geestelijke Familie Het Werk identiek is, aan datgene waar hij zijn hele leven voor gewerkt heeft. Zolang hij kon, kwam hij regelmatig naar de priesterbijeenkomsten van Het Werk.

Reeds bij de begrafenis in 2003 zei de toenmalige Aartsbisschop van Ljubljana, Kardinaal Rode, "We begraven een heilige". Prof. Strle combineerde een diep geestelijk leven met intensieve studie en pastoraal werk, vooral als biechtvader. Hij was ook een grote asceet en een man van orde. Zijn lijfspreuk bij zijn wijding was: God overal. Hij bleef zijn hele leven trouw aan dit devies.

Op 30 april 2014 is het proces van de Zaligverklaring officieel begonnen. Op dit moment is het proces nog op diocesaan niveau. Censoren hebben zijn ongeveer 700 gepubliceerde werken gecontroleerd. De historische commissie verzamelt documenten en bekijkt ze. Tegelijkertijd worden er al getuigen gehoord. Mensen roepen hem aan en met het oog op een hoorzitting verzamelen wij materiaal om na te gaan of aan alle voorwaarden is voldaan voor de officiële procedure voor de erkenning van een wonder. Elk jaar zijn er verschillende vieringen, vooral op de verjaardag van zijn dood op 20 oktober.